Zelfregie in turbulente tijden
We leven in turbulente tijden met veel onzekerheden. Of het nu gaat over werk, inkomen of relatie, het is allemaal niet meer zo vanzelfsprekend stevig. De zekerheden van vroeger, zijn niet de zekerheden van de toekomst. Dat betekent dat wij stevigheid en kracht in eerste instantie in onszelf moeten zoeken om van daaruit te leven. Op veel terreinen is dit besef doorgedrongen, en zelfregie is inmiddels het toverwoord voor onze toekomst geworden. Neem het stuur in handen, maak je eigen keuzes, en bepaal zelf je (werkende) toekomst.
Dit is een mooie, hoopvolle ontwikkeling.
Eigen aan ontwikkeling is dat het verloopt met vallen en opstaan. Het is geen knop die je omzet. Zoals een kind vele keren moet vallen om te leren lopen, zo verloopt ook als volwassene onze ontwikkeling naar zelfregie. Het is proces van trial &error, en daar zijn wij als samenleving niet goed in. Goed-fout denken zit diep in ons systeem ingebakken. En in dit denken zitten risico’s voor de ontwikkeling van zelfregie. Ik noem er drie:
“Doe ‘ns effe normáál!!
“Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” is een echte Nederlandse uitspraak. Onze cultuur heeft een hang naar wat “normaal” is, oftewel passend binnen ons normenstelsel. Daar is niets mis mee; normen zijn de spelregels van een samenleving. Normen geven richting aan onze manier van omgaan met elkaar, en zijn een heldere toetssteen voor gedrag. Daar waar groepen samen leven of samen werken, ontstaan normen. Een gezin, een organisatie, een geloofsgemeenschap, of een land, élke groep heeft normen, of ze nu hardop uitgesproken worden of niet. En deel zijn van zo’n groep betekent al snel dat je diezelfde normen hanteert en handhaaft. In die zin hebben normen een begrenzende werking; ze maken dat de ene groep zich kan onderscheiden van de ander. Er ontstaat een “wij-zij”: wij doen het zo, en zij zijn anders. En in dat onderscheid ontstaan oordelen. Hoe “wij” het doen, is goed, hoe “zij” het doen is niet goed. Wij, van de werkvloer, moeten het werk doen, en “zij” van het management bedenken weer wat. Door dit oordelende onderscheid, hebben mensen van nature de neiging om zich aan te passen aan de groep, want ze willen er namelijk bij (blijven) horen. Werk je bijvoorbeeld in een organisatie die in de onderlinge samenwerking “de lieve vrede” als norm heeft, en heb jij het hart op de tong? Dan kan jouw open en directe aanspreekgedrag al gauw als een storende factor worden gezien. Blijf je dan als individu staan voor het jouwe? Of zwicht je voor de groepsdruk? Het laatste is heel begrijpelijk, zelfregie vraagt het eerste.
In de zeven stappen van effectief leiderschap, schetst Stephen Covey individuele ontwikkeling van afhankelijk, via onafhankelijk naar wederzijds afhankelijk. Onafhankelijk is daarin een noodzakelijke stap. Je kunt geen wederzijdse afhankelijkheid creëren zonder dat je eerst op jezelf weet waar je voor staat en dat onafhankelijk van anderen kan uiten. De stap naar onafhankelijk vraagt dus dat je je los kan maken van de goedkeuring of erkenning van de groep. En dat is geen makkelijke stap, maar voor zelfregie onontbeerlijk. Zelfregie vraagt waarachtigheid: oprecht volgen wat voor jou waar is. En dat hoeft niet “normaal” te zijn.
“Hé, effe dimmen!”
De basisvoorwaarde voor zelfregie is natuurlijk dat je jezelf volkomen serieus neemt. Waar jij behoefte aan hebt, wat jij belangrijk vindt, wat je graag doet, hoe jij in het leven wilt staan. Jij bent het beginpunt voor elke verandering, en jouw beweging komt van binnenuit.
Omdat een ander nu eenmaal anders gebakken is dan jij, levert dat confrontaties op. Dat kan niet anders. Dit soort “schuur-momenten” zijn spannend en leerzaam en onvermijdelijk. We leven echter in een cultuur die groot is geworden door consensus en compromissen, door polderen en gedogen. We houden niet van confrontaties, omdat die zouden kunnen leiden tot conflicten en die willen we vermijden. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Ga voor de lieve vrede, bedek met de mantel der liefde, en kies voor de gulden middenweg. Als dat de culturele norm is waarbinnen we ons bewegen, is het lastig om je stem te laten horen, omdat het geluid dat je produceert wel eens minder braaf zou kunnen zijn dan jouw omgeving gewend is. Het is niet voor niets dat assertiviteit een van de meest geformuleerde leerdoelen is die ik in mijn loopbaan als trainer en coach te horen krijg.
Willen we werkelijk investeren in zelfregie, dan moeten we leren om schuur-momenten met benieuwdheid tegemoet te treden en uit te houden, in plaats van te veroordelen of (te) snel zouteloze compromissen te sluiten.
“En blijven lachen!”
In deze tijd is er een tendens om dat wat ongewenst en vervelend is, positief te benaderen. Om veranderingen te zien als een uitdaging, een crisis als een kans, en onverwachte gebeurtenissen als betekenisvol (“Echt! Het is ergens goed voor!”).
Dat kan inderdaad helpend zijn; een verandering van perceptie kan je helpen om wat meer afstand te creëren wanneer je volledig gepakt bent door je eigen emoties en gedachten en daardoor in een soort verlamming terecht bent gekomen. Het kan je vrijheid van handelen vergroten in situaties waar je de neiging hebt om bij de pakken neer te zitten. Optimisme is een hoopvolle energiebron van vertrouwen in de toekomst.
Tegelijkertijd lijkt deze positieve tendens de nieuwe norm te zijn geworden. Optimisme is positivisme geworden. Een norm die van mensen vraagt te glimlachen, terwijl ze simpelweg boos of bang zijn. Ik weet niet hoe het met jullie is, maar als ik nog een keer iemand hoor zeggen: “het is geen probleem, het is een uitdaging”, ga ik gillen! Elk mens beleeft een situatie of een gebeurtenis op zijn eigen manier. Wat voor mij schokkend, teleurstellend, of vervelend is, hoeft voor een ander niet schokkend, teleurstellend, of vervelend te zijn. Dat wat voor iemand waar is, wil geuit worden. Het diepe verlangen van zelfexpressie is een levensbehoefte van elk mens. Er is geen universeel recept voor expressie; het is uniek. Daar mag je geen norm op plakken. Vraag me niet te lachen als ik wil huilen.
Dus?
Zelfregie kan een antwoord zijn op de bewegingen in een turbulente en onzekere tijdgeest. Met dit antwoord komen er nieuwe vragen, met name op het “hoe”. Hoe geef je zelfregie vorm? Niet alleen als individu, maar ook als organisatie, als overheid, als samenleving. Hoe stimuleer je als collectief het individu om zelfregie te ontwikkelen? Boeiende vragen! Om me heen zie ik inspirerende pogingen om die antwoorden op het “hoe” te vinden. En dat volg ik met grote benieuwdheid. Later meer hierover!